De coronacrisis en arbeidsrecht

Heeft de werknemer een recht op thuiswerken tijdens de coronacrisis en hoe zit het met het begrip "geen arbeid, geen loon"?

De coronacrisis houdt de gemoederen ook in het arbeidsrecht bezig. Niet alleen op het gebied van loonsubsidies (NOW-regeling) en het ontslagrecht, maar ook op het gebied van thuiswerken en doorbetaling van loon, zo blijkt uit een de volgende twee uitspraken.

Recht op thuiswerken? 
In deze zaak vorderde een medewerkster commerciële binnendienst dat zij in verband met de coronacrisis thuis kon blijven werken, omdat zij in haar privéleven de social distancingregels heel serieus in acht neemt en van mening was dat haar collega's zich daar op het werk niet goed aan hielden. Daarbij baseerde deze werkneemster zich ook op het overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis te werken.
De kantonrechter is van mening dat de werkgever passende coronamaatregelen heeft genomen en acht niet aannemelijk dat deze maatregelen stelselmatig op de werkvloer worden overtreden. Ook het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuiswerken grijpt volgens de kantonrechter niet zover in op de specifieke rechtsverhouding dat de werkneemster daaruit een "recht op thuiswerken" kan putten.
De werkneemster zal haar werkzaamheden dus weer op kantoor bij werkgever moeten voortzetten.

Geen werk, geen loon?  
De Rechtbank Oost-Brabant moest oordelen over de vraag of het wegvallen van werk tijdens de coronacrisis tot verval van de loonafspraken leidt. In deze zaak beriep de werkgever zich erop dat de werknemer geen feitelijke arbeid had verricht, zodat hij ook geen recht op loon had. De rechtbank is een andere mening toegedaan met als motivering dat met de inwerkingtreding (1 januari 2020) van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) de bekende bepaling "geen arbeid, geen loon" is komen te vervallen en is gewijzigd in "geen arbeid, wel loon". Op grond van deze regel geldt dat de werkgever wel verplicht is het loon te voldoen als de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij het geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. De rechtbank is van mening dat het feit dat de werknemer niet kan werken als gevolg van de coronacrisis niet aan hem kan worden tegengeworpen. Het wegvallen van het werk als gevolg van de coronacrisis komt voor rekening en risico van de werkgever en deze moet dus het loon aan de werknemer blijven betalen.